Het licht van de Almachtige
Dat is de vertaling van de naam Or-El. Toen ze geboren werd, was het duidelijk dat ze invalide zou zijn: ze had een spierafwijking en de dokters voorspelden haar ouders dat Or-El misschien tien jaar te leven had. Maar dokters weten niet alles en Or-El had andere plannen. Dankzij de inspanning en support van haar ouders, overkwam ze de spierziekte en ging 'gewoon' naar school. Dat was niet genoeg voor Or-El: ze moest de beste van haar klas zijn en werd dat. Een vrachtwagen chauffeur zonder rijbewijs zorgde ervoor dat haar droom bijna kapot ging: op twaalfjarige leeftijd was ze betrokken bij een auto-ongeluk en brak haar bekken, waardoor haar aangeboren ziekte weer terug kwam.
Met veel hulp, support en een ijzeren wil kwam ze ook hier weer bovenop, alleen was ze wel voor de rest van haar leven in een rolstoel, want haar benen bleven verlamd.. De dokters voorspelden ook een geestelijke klap. Maar dokters weten niet alles en Or-El – de lezer raad het al- had andere plannen. Na haar revalidatie ging ze door met leren en haalde de verloren tijd in. Medisch hadden de dokters geen uitleg voor wat dit meisje presteert, maar, zoals gezegd, dokters weten nu eenmaal niet alles.
Or-El ging door en eindigde haar middelbare school met prachtresultaten. Haar ouders zagen haar al op de universiteit, maar weer had Or-El andere plannen: ze wilde 'gewoon' de dienst in, net als iedereen. Uiteraard was daar veel tegenstand: wat moet het leger met een invalide soldate? Daar had Or-El wel een antwoord op, want ze wilde instructrice worden. Alle tegenwerpingen van het leger werden door Or-El beantwoord en het werd duidelijk dat dit meisje gewoonweg niet te stoppen was.
Ze ging het leger in en. Zonder speciale hulp, deed de recruten-periode, leerde schieten en ging door naar de cursus die ze wilde doen en werd instructrice.
Toen ze ingewijd werd als instructrice, vroeg haar ontroerde vader of ze nu tevreden was. "Nee, Abba.", was haar antwoord. "Ik wil officier worden."
De lezer moet begrijpen dat het Israelische leger soms uitzonderingen maakt voor hartkoppige jongeren met een invaliditeit en ze toelaat.
Maar geen enkele invalide is ooit toeglaten tot de officiers cursus. We hebben invalide officieren, die invalide werden tijdens hun dienst en na revalidatie weer doorgingen in het leger. Waar Or-El ook aanklopte, er werd uitgelegd dat ze vanwege haar invaliditeit dus geen officier kon worden.
Maar ons leger, net als dokters, weet niet alles. En ja, Or-Tel had andere plannen. Dus vulde ze 'gewoon' een formulier in om op de officierscursus te komen. Iemand vond deze gotspe wel grappig en besloot haar naar de examens te laten komen. De gedachte was dat dit invalide meisje deze examens nooit zou kunnen doen.
Het kan vervelend klinken, maar Or-El had andere plannen en slaagde bij alle examens. Maar dat werd haar lekker niet verteld.
De opperbevelhebber van ons leger had via-via over Or-El gehoord en besloot zich er persoonlijk mee in te mengen.
Een paar dagen geleden was er grote consenatie in de basis waar Or-El dienst doet: de opperbevelhebber zou op bezoek komen en wilde weten wat er nu allemaal geleerd word bij hun. Het bezoek zou niet al te lang duren, maar de opperbevelhebber ging van klas tot klas, tot hij bij Or-El kwam.
"En wat leer jij de soldaten?", vroeg hij haar. "Lichamelijke opvoeding, commandant.", antwoorde Or-El zenuwachtig, hopende dat de opperbevelhebber nu naar de volgende klas zou gaan. Maar dit keer had zij het verkeerd.
"Hoe dan?", vroeg Yaalon.
Or-El had hier wel een antwoord op. "Volgt U me maar even, commandant.", zei ze rustig, terwijl ze in haar rolstoel vooruit ging.
Buiten ging ze hem voor naar diverse instrumenten en legde hun functie uit. De stoere generaal liep naar een van de instrumenten en vroeg Or-El om instructies, die ze heel professioneel gaf. Tot haar verbijstering hing de opperbevelhebber van het Israelische leger even later aan een instrument en deed de oefening zoals ze had uitgelegd.
"Laten we maar weer naar binnen gaan, het is hier te warm, buiten.", zei Yaalon, en liep haar voor naar haar klas, gevolgd door belangstellenden en pers. Toen ze haar klas binnekwam zag ze dat haar ouders en broertje er ook waren, maar ze had geen sjoege waarom. Zelfs toen de pers binnen kwam met camera's en microfonen, dacht ze nog steeds in haar eigen, bescheiden manier, dat het om de basis ging.
De opperbevelhebber nam het woord en legde uit hoe belangrijk het is dat soldaten, behalve hun beroep als vechters, ook andere dingen leren. Hoe speciaal het was dat juist deze eenheid, die zoveel meer leerde aan de soldaten, gevestigd was in Sde Boker, de thuisbasis en laatste rustplaats van de stichter van onze Staat, David Ben Goerion.
"Maar al dit is niet de reden dat ik hier ben gekomen. Wat ik nu mee te delen heb,", zei de generaal, "heeft niets te maken met iemand een mitswe te doen. Noch trekken we iemand voor. Het gaat om jou, Or-El. Tegen alle verwachtingen in ben je in dienst gegaan, want je wilde je land dienen. Ondanks je invaliditeit is het je gelukt om hier dienst te doen. Maar je eiste meer en hoewel je is uitgelegd dat het onmogelijk is, ben je gewoon doorgegaan en je hebt de examens gedaan voor de officiersopleiding. Or-El, er zijn geen invaliden op deze cursus geweest en er zijn geen plannen om dat ooit toe te laten. Maar we hadden jou nog niet ontmoet, noch meegemaakt.
Or-El, het is mij een koved om je mede te delen, dat je geslaagd bent voor de examens en dat we je dus aannemen voor de opleiding als officier. Ik wil nogmaals zeggen dat je dit zelf hebt gedaan: je hebt prachtige resultaten en ik wens je succes."
De opwinding was groot en de ontroering van haar ouders trokken de belangstelling weg van de generaal, die stilletjes zijn neus snoot.
Onze Staat is bijna vierenzestig jaar oud. We zijn verre van perfect en kunnen ons de tsores beter herinneren dan de simches. Maar hier en daar flitst er wat: kleine wondertjes, dingen die ons trots maken om hier te zijn.
Or-El is een pionier. Maar er zijn tientallen jongeren, die vanwege lichamelijk en soms geestelijke tekorten niet het leger in hoeven en toch gaan. Omdat ze willen. Omdat ze trots zijn.
(c) Simon Soesan